Het toppunt van onzinnige zorg
Bijna een jaar geleden schreef ik in de nieuwsbrief van Hoormij∙NVVS dat ik mocht participeren in het expertpanel voor een onderzoek naar slechthorendheid - in het kader van het project Zinnige Zorg. Opgetogen meldde ik mijzelf (Willem Dekker) - met Ina Hofstee als back-up - aan, want zinnige zorg betekent in onze optiek immers de juiste zorg voor iedereen en het vermijden van onnodige ingrepen en behandelingen om de kosten van het zorgsysteem binnen de perken te houden. Daar kan niemand tegen zijn. Om je niet langer in spanning te houden: het onderzoek is afgerond en uitgedraaid op een teleurstelling. Zonde van de tijd, de inspanning en het geld dat er in is gestopt. Er verscheen een lijvig rapport met overbodige teksten, tabellen, diagrammen en onderzoeksmethoden. Zinvolle conclusies en essentiële manco’s binnen de hoorzorg ontbreken, zijn niet gevonden of niet onderzocht.
Het onderzoek
Het onderzoek richtte zich op de keuze voor een hoortoestel, de instelling en aanpassing daarvan en de nazorg. En dat allemaal in de praktijk. De onderzoekers maakten gebruik van vragenlijsten en wel twaalf interviews: acht met audiciens en vier met slechthorenden. Een paar feiten: bij de keuze voor een hoortoestel voeren de onderzoekers drie factoren op voor de keuze van een hoortoestel: een onderzoek naar gehoorverlies, het oordeel van de audicien en de wensen van de slechthorende. Iedere hoortoestelgebruiker weet dat deze factoren niet stroken met de praktijk. Want een belangrijke en veelal leidende factor is het assortiment dat de audicien biedt. Sommigen hebben zelfs een favoriet ‘huismerk’, dat zij bij voorkeur aanmeten. Hierover reppen de onderzoekers met geen woord. Misschien hebben ze het gewoon niet ontdekt in de acht maanden dat het onderzoek in beslag nam?
Buitencategorie toestellen
Ernstig slechthorenden kunnen gebruik maken van een bijzondere zorgaanvraag als ze niet te helpen zijn met een toestel uit de database (het reguliere assortiment dat deels voor vergoeding in aanmerking komt). Ze moeten dan wel gedurende twee proefperiodes van acht weken een categorie vijf toestel proberen, een verwijzing van het audiologisch centrum hebben en samen met de audicien een enorme berg formulieren invullen. Ik wees de onderzoekers daar op bij de eerste kennismaking: ‘dat gaan we allemaal onderzoeken’, was de geruststellende kreet. Het enige dat erover wordt gerapporteerd is ‘dat audiciens de procedure complex en bedrijfsmatig ongunstig vinden’. Hoe dat voor de slechthorende is, wordt niet beschreven. Over de schimmige voorlichting die slechthorenden regelmatig ten deel valt - waardoor zij zich soms genoodzaakt zien om voor vele duizenden euro’s een hoortoestel uit eigen zak te bekostigen - wordt al helemaal met geen woord gerept. Deze bureaucratische procedure is bij uitstek een voorbeeld van onzinnige zorg. En laten we wel zijn: het is toch ook logisch dat de audiciens hier niet op zitten te wachten. Twee proefperiodes doorlopen, waarmee geen euro wordt verdiend. Ze lijden gewoon verlies als ze deze procedure volgen.
In het nachtkastje
Wie een oppervlakkig onderzoek doet naar de praktijk en de nazorg in de hoorzorg, stuit al snel op de vele hoortoestellen die na aanschaf in het nachtkastje verdwijnen. Er zijn mensen die een hoortoestel aanschaffen maar er niet tevreden over zijn. Dat heeft meestal te maken met de afstelling. Deze mensen nemen hun - vaak geringe - gehoorverlies blijkbaar op de koop toe en maken onvoldoende gebruik van de nazorg. Het verstrekken van hoortoestellen die niet worden gebruikt is voor mij het toppunt van ultieme onzinnige zorg. De onderzoekers hebben dit fenomeen niet eens opgemerkt en er dus geen aandacht aan besteed.
Audicien versus klant
In het rapport staan enorme verschillen tussen wat audiciens aangeven en wat slechthorenden rapporteren. Zo spreken audiciens over 45 tot 78% van de gevallen waarin een zorgplan wordt gemaakt, terwijl slechthorenden slechts 42% rapporteren. Audiciens spreken over 3.8 contactmomenten voor afstelling, slechthorenden over 2.9. Dat zijn grote verschillen, waarvoor zelfs niet is geprobeerd een verklaring te vinden. 18% van de verkochte hoortoestellen is van de buitencategorie. Dat zegt me niets. Waarom is er geen verder onderzoek gedaan naar welk deel van die 18% de ‘echte’ procedure heeft doorlopen? Welk deel heeft het volledig zelf betaald en heeft de audicien de cliënten gewezen op de mogelijkheid van een extra zorgaanvraag en gedeeltelijke vergoeding? Waarom stuit de optie ‘bijbetalen’ voor buitencategorie toestellen op weerstand bij de zorgverzekeraars? Met geen woord wordt er over gerept.
Uitermate teleurstellend
Dit onderzoek is een gemiste kans. Wat had er wel onderzocht kunnen worden? Bijvoorbeeld de vraag wat een adequate hooroplossing is. Iedereen praat erover, maar niemand weet wat het is. En wie bepaalt wat voor mij een adequate hooroplossing is? Als ik naast mijn hoortoestel gebruik moet maken van een TV-voorziening, een streamer en een schrijftolk, is dat dan adequaat? En is de voorlichting over hoorhulpmiddelen wel eerlijk, volledig en transparant? Om maar niet te spreken over de vele TV-reclames over hoortoestellen. Had liever aandacht besteed aan het falende vergoedingssysteem voor de buitencategorie toestellen. Of aan het feit dat mensen in het jaar dat ze een hoortoestel aanschaffen soms het advies krijgen om voor dat jaar een restitutieverzekering te nemen.
Onze conclusie?
Een uitermate teleurstellend onderzoek, onbruikbaar omdat er teveel planken zijn misgeslagen, waardoor de uitkomsten op zijn zachtst gezegd onbetrouwbaar zijn. Zonde van de tijd, de energie en de waarschijnlijk tienduizenden euro’s aan zorggeld die hierin zijn gestopt.
De onderzoekers staan erop dat bij hun onderzoek op correcte wijze naar hun namen wordt verwezen. Nou vooruit, omdat ze het zelf zo graag willen: ‘Vrijhoef B, de Bekker P, Martens C, Ulehake M. Zorg bij de audicien voor volwassenen met perceptieve slechthorendheid. Zorgvuldig Advies & Panaxea, 2021.’
Willem Dekker en Ina Hofstee – als vrijwilliger en belangenbehartiger actief voor Hoormij∙NVVS
Neem voor meer informatie of vragen contact op via slechthorendheid@stichtinghoormij.nl
Lees ook:
Publicatiedatum: 25 oktober 2021