Oorzaken van slechthorendheid

Slechthorendheid kan aangeboren zijn, maar ook tijdens of na de geboorte ontstaan. Ouderdom, erfelijkheid, gehoorschade of een oorontsteking: slechthorendheid heeft vaak, maar niet altijd, een aanwijsbare oorzaak.

Waarom hoor ik slecht?

Minder horen, het kan plotseling gebeuren maar ook geleidelijk gaan. Er bestaan verschillende oorzaken voor gehoorverlies:

Oorsmeer

Het oor zit vol oorsmeer en dus wordt je gehoor geblokkeerd.

Gehoorschade

Je heeft lange tijd blootgestaan aan te hard lawaai en heeft daardoor gehoorschade opgelopen.

Medicijnen

Je hebt gehoorverlies vanwege de bijwerking van bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld de malariapil.

Ouderdom

Je gehoor is met de jaren achteruit gegaan: slechthorendheid is een veelvoorkomende ouderdomsklacht.

Brughoektumor

Een brughoektumor is een goedaardig gezwel dat uitgaat van de zenuwschede om de gehoor- en evenwichtszenuw. De druk op de zenuw door de tumor veroorzaakt gehoorverlies en evenwichtsproblemen, dat kan zowel vertigo zijn als bewegingsonzekerheid.

Duizeligheid en Evenwicht

Slechthorend kan voorkomen als er sprake is van een duizeligheids- of evenwichtsaandoening. Hier vind je soorten evenwichtsaandoeningen.

Ongezonde levensstijl

Door een ongezonde levensstijl: (teveel) roken of verkeerde voeding gebruiken waardoor de bloedtoevoer naar het oor vermindert.

Erfelijk

Slechthorendheid is erfelijk. Het is mogelijk dat iemand een erfelijke vorm van slechthorendheid heeft, zonder dat een van de ouders slechthorend is. Slechthorendheid kan ook genetisch zijn.

Bovenmatige botgroei in het oor

Vergroeiing van de gehoorbeenketen, door bijvoorbeeld otosclerose. Door bovenmatige botgroei in het oor wordt het geluid niet goed doorgegeven (zie voor meer informatie: www.kno.nl).

Cholesteatoom

In het middenoor kunnen zich huidcellen en talg ophopen die afkomstig zijn van een ingroei vanuit het trommelvlies en diep uit de gehoorgang. De huidschilfers worden niet meer zoals normaal via de uitwendige gehoorgang afgevoerd, maar kunnen in een soort zakje terechtkomen; een cholesteatoom. (lees meer bij soorten gehoorverlies)

Geleidingsprobleem

Als het oor geleid het geluid niet goed en/of je geluidszenuw het geluid niet goed opneemt, dan heb je mogelijk een geleidingsprobleem.

Waarnemingsprobleem

Als je hersenen het geluid niet juist verwerken en je het geluid te zacht of in verdraaide vorm waarneemt dan heb je mogelijk een waarnemingsprobleem.

Gehooraandoening

Slechthorendheid treedt vaak op in combinatie met een andere gehooraandoening, zoals:

Slechthorendheid kan ook onderdeel uitmaken van een syndroom, zoals:

  • Het syndroom van Usher: geleidelijk slechter zien en slechter horen.
  • Het syndroom van Pendred: stoornis in de schildklier.
  • Het syndroom van Alport: stoornis in de nieren.
  • Het syndroom van Waardenburg: te herkennen aan ongelijke kleur van de ogen en een witte haarlok.
 
Ook zijn er diverse oorafwijkingen die gepaard kunnen gaan met gehoorverlies, bijvoorbeeld bij oorschelpdysplasie- en aplasie (sterk vervormde oorschelp), gehoorgangatresie (onderontwikkelde en dus afgesloten gehoorgang) en microtie (abnormaal kleine en vaak ook onderontwikkelde oorschelp, ook wel frommeloortjes genoemd). Klik hier voor meer informatie over deze en andere oorafwijkingen. Diverse familieleden van mensen met microtie en/of gehoorgangatresie hebben een Facebook-groep opgericht. 

Lees meer over de diagnose voor gehoorverlies

Ben ik slechthorend?
“Slecht horen is in onze familie de normaalste zaak van de wereld”

De familie Vuurboom telt meer hoortoesteldragers dan een gemiddelde familie. Zeer waarschijnlijk is er sprake van een dominant overdraagbaar gen dat slechthorendheid veroorzaakt.
Lees  hier het artikel in HOREN, nr. 1, 2012.

Gehoorverlies door CMVDe helft van alle Nederlanders is besmet met het Cytomegalovirus (CMV) en de meesten merken er niets van. Maar als een vrouw tijdens de zwangerschap een CMV-infectie doormaakt, bestaat de kans dat zij via de placenta haar ongeboren kind besmet.

In Nederland komen jaarlijks zo’n duizend kinderen ter wereld met een aangeboren CMV-infectie. Van hen heeft één op de tien direct na de geboorte meerdere verschijnselen: gehoorverlies komt het meest voor, maar ook geelzucht, een laag geboortegewicht, een te klein hoofd, hersenafwijkingen, vergroting van lever en milt en/of kleine bloedingen in de huid. Deze kinderen worden doorgaans behandeld met een antiviraal middel. Het is ook mogelijk dat een kind met een aangeboren CMV-infectie gehoorverlies op latere leeftijd ontwikkelt, zelfs tot de leeftijd van 6 jaar. De CONCERT studie van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) richt zich op de met CMV besmette baby’s die bij de geboorte al gehoorverlies hebben.