Hyperacusis en de (onduidelijke) stand van zaken
In het dagelijks leven zijn we bijna continu omgeven door geluid. Dat is meestal heel gewoon, we zijn er aan gewend, waardoor we er weinig of geen hinder van hebben. Maar dat geldt niet voor iedereen. Mensen met een verhoogde gevoeligheid voor geluid - ook wel een verminderde tolerantie voor geluid genoemd – kunnen er zoveel last van hebben, dat ze ernstige beperkingen in hun functioneren ondervinden. Psycholoog drs. Arno Lieftink zet de laatste inzichten en ideeën op een rij.
Klachten van geluidsgevoeligheid worden vaak beschreven met de term hyperacusis (Grieks voor: ‘ik hoor teveel'). Dit kan verwarrend zijn, want er bestaan verschillende soorten geluidsgevoeligheid. Vooral de laatste twintig jaar wordt geprobeerd deze soorten van elkaar te onderscheiden. Hierdoor kunnen meer mogelijkheden komen voor duidelijke diagnoses en behandelingen.
Veel vragen
De laatste tijd zijn er enkele overzichtsartikelen verschenen waarin geprobeerd is de soorten geluidsgevoeligheid te onderscheiden, op basis van de (beperkte) onderzoeken die zijn gedaan. Hieruit blijkt dat er nog steeds veel vragen zijn rond definities, verklaringsmodellen en behandel- of management-mogelijkheden. Overigens is het van belang dat er eerst altijd een zorgvuldige medische (KNO-) beoordeling van de klacht plaats vindt, om eventuele medische factoren zo mogelijk te behandelen.
Invloed van de hersenen
Uitzonderingen daargelaten is de overeenkomst bij deze geluidsgevoeligheden wel dat de wetenschap steeds overtuigender wijst op betrokkenheid van audiologische en psychologische neuronale netwerken van het centrale zenuwstelsel. In eenvoudiger woorden: gevoeligheid voor geluid wordt in het algemeen verklaard door veranderde hersenactiviteit bij het verwerken van geluid. Daarbij spelen audiologische prikkelverwerking en psychologische elementen een rol. Zodra er onderscheid wordt gemaakt in soorten geluidsgevoeligheid ontstaan er echter problemen in het duiden van de studieresultaten en de verklaringen en theorieën.
Diverse vormen van geluidsgevoeligheid
Er zijn nog weinig goed uitgevoerde onderzoeken naar geluidsgevoeligheid. Hyperacusis is de langst gebruikte term, maar ook, recruitment, gevoeligheid voor rumoer, misofonie en fonofobie worden genoemd.
Hyperacusis wordt tegenwoordig vooral omschreven als fysiek en mentaal ongemak bij geluidsniveaus waarvan anderen geen last hebben. De gevoeligheid doet zich voor bij bepaalde of alle frequenties van geluid en neemt toe als het geluid luider is. De betekenis van het geluid of wie of wat het geluid maakt, is niet van invloed op de klacht. Terwijl de meeste mensen geluid tot 90-100 dB redelijk kunnen verdragen, is dit voor mensen met hyperacusis vaak lager dan 70 dB. Ongeveer 80-90% van de mensen met hyperacusis heeft ook tinnitus.
Recruitment is gevoeligheid voor geluid bij mensen met (meestal) ernstig gehoorverlies. Geluiden moeten veel harder zijn voordat men ze kan horen, waardoor de grens van oncomfortabel hard geluid sneller wordt bereikt. Het dynamisch bereik tussen iets horen en te hard horen is beperkt.
Rumoer-gevoeligheid is fysieke en mentale gevoeligheid voor geluidsdrukte, waarbij de hoeveelheid geluidsprikkels meer van invloed is dan de luidheid. Deze vorm van gevoeligheid wordt vaker gezien bij mensen met autisme spectrum stoornissen (ASS) en mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH). Vaak gaat het gepaard met een meer algehele prikkelgevoeligheid en sterk vermijdingsgedrag.
Misofonie (misschien het best te vertalen als ‘afschuw van geluid’) is vooral een sterk negatieve mentale en emotionele reactie op bepaalde geluiden. Bij misofonie is het niet de luidheid van een geluid waar mensen gevoelig voor zijn, maar de betekenis en wie het geluid maakt. Mensen met misofonie hebben vaak vooral last van door andere mensen gemaakte geluiden, zoals slikken, smakken, kuchen, of met een pen op een tafel tikken. De mentaal-emotionele reactie varieert van irritatie en gespannenheid tot hevige boosheid en walging.
Fonofobie is angst voor geluid. Eigenlijk is dit geen geluidsgevoeligheidsklacht, want de klacht kan zich ook voordoen zonder dat er geluid aanwezig is. Het betreft de angst dat er een geluid is of komt dat mentaal of fysiek ongemak geeft, of de angst dat een al bestaande gehoorklacht door zo’n geluid erger zal worden. Hoewel deze termen duidelijk andere soorten van gevoeligheid beschrijven en er ook zeker mensen zijn met één van deze typen geluidsgevoeligheid, blijkt in de praktijk vaak dat mensen meer soorten gevoeligheid hebben. Dus: iemand met hyperacusis kan ook fonofobie hebben en iemand met misofonie kan ook hyperacusis voor bepaalde frequenties van geluid hebben.
Beperkt onderzoek, onduidelijke resultaten en speculatieve conclusies
Aangezien deze klachten subjectief zijn en niet objectief vast te stellen, is er grote behoefte aan goede diagnostische instrumenten zoals vragenlijsten. Die zijn er momenteel eigenlijk niet, waardoor het beperkte onderzoek naar gevoeligheden voor geluid vaak groepen mensen met meerdere soorten gevoeligheden bevat. Dat leidt dan tot onduidelijke resultaten en speculatieve conclusies. De wetenschappelijke discussies kunnen dan bijvoorbeeld gaan over de vraag of hyperacusis een speciale vorm van misofonie is óf misofonie juist een speciale vorm van hyperacusis. Afhankelijk van de nadruk die men legt op de verschijningsvormen van geluidsgevoeligheid heeft men het dan over audiologisch neurologische verwerkingsproblemen, neurofysiologische mechanismen, of psychologische, stress- en angst gerelateerde factoren van het limbisch netwerk in de hersenen.
Wat kan wel?
Kortom, als het gaat om de behandeling van deze klachten bestaan nog veel vragen en onzekerheden. In het algemeen is er wel overeenstemming over enkele basisstrategieën die in te zetten zijn:
- Het bevorderen van kennis en inzicht bij de persoon met geluidsgevoeligheid via (psycho)educatie
- Het geleidelijk opbouwen van exposure (blootstelling) aan geluid
- Het bevorderen van desensitisatie of habituatie (het minder gevoelig worden) voor de klachten via geluidstherapie en/of gedragstraining.
Daar waar de persoon met dit soort klachten het vaak probeert te hanteren via controle, vermijding en afscherming van de geluidsprikkels, gaat de behandeldoelstelling in tegengestelde richting.
Groepstherapie of individuele behandeling
De algemene principes zijn eventueel in een groepstraining beschikbaar. Bij mensen met geluidsgevoeligheid lijkt er echter vaak reden voor een individueel aangepaste therapie. Hierbij dienen de volgende aspecten vooraf in kaart te zijn gebracht:
- Is er bij de geluidsgevoeligheid sprake van geobjectiveerde hersenschade?
- Welke andere beperkingen of invloeden zijn er? Denk aan gehoorverlies, tinnitus, angst of depressie, PTSS, ASS en/of hoofdpijnklachten.
- Ligt de nadruk van de klachten meer op audiologische aspecten (geluid slecht verdragen, verstoorde concentratie voor spraakverstaan) of psychologische aspecten (angsten, vermijding, isolement)?
- Hoe ernstig en beperkend zijn de gevolgen voor het algeheel functioneren?
- Is een multidisciplinaire aanpak geschikt, waarbij audioloog en psycholoog of maatschappelijk werker samen zijn betrokken?
- Is er sprake van teveel gebruik van gehoorbescherming met oordoppen of kappen?
- Hoe groot is de angst-component?
Bij hyperacusis ligt de nadruk van behandeling wat meer op de audiologische aspecten (geluidstherapie als wijze van exposure en desensitisatie) met daarbij counseling en eventueel (kortdurende) cognitieve gedragstherapie. De versterking van hoortoestellen is geleidelijk op te bouwen of te limiteren. Er zijn meerdere vormen van geluidstherapie - met en zonder hoortoestellen of ruisgeneratoren. Dit verbetert de tolerantie voor geluid vaak wat. Tinnitus Retraining Therapie (TRT) is hier een voorbeeld van.
Bij Misofonie ligt de nadruk van behandeling meer bij de psychologische aspecten (de emoties en gedragsreacties bij geluid). Een variant van cognitieve gedragstherapie kan helpen om de negatieve emotionele reacties anders te leren hanteren en geluid meer neutraal of positief te ervaren. Bij TRT wordt dit vooral getraind met geluidstherapie.
Bij fonofobie richt de aanpak zich nadrukkelijk op de emotionele houding tegenover geluid. Er is daarbij gelijkenis met de behandeling van andere vormen van angstfobie.
Vertrouwen en gevoel van veiligheid
In zijn algemeenheid is te stellen dat er bij geluidsgevoeligheid vaak sprake is van een verminderd basisgevoel van veiligheid en vertrouwen bij de persoon. Dit kan de aanleiding van de gevoeligheid zijn, maar ook een gevolg. Er ontstaat vaak een sterke neiging tot controle over geluid, waardoor de geluidsgevoeligheid veelal eerder toeneemt dan afneemt. Een effectieve behandeling of begeleiding moet nadrukkelijk gericht zijn op de moed van de persoon om geluid weer als veilig of vertrouwd te ervaren.
Bronnen:
- Henry, J.A. et al. (2022) Sound tolerance Conditions (hyperacusis, misophonia, noise sensitivity, and phonophobia): definitions and clinical management. American Journal of Audiology, sep, vol. 31, p. 513-527
- Jastreboff, P.J. & Jastreboff, M.M. (2023) The neurophysiological approach to misophonia: theory and treatment. Frontiers in Neuroscience, mrt, vol. 17, p. 1-13
- Swedo, S.E. et al. (2022) Consensus definition of misophonia: a Delphi study. Frontiers in Neuroscience, mrt, vol. 16, p. 1-16.
- Tyler et al. (2014) A review of hyperacusis and future directions: Part 1. Definitions and manifestations. American Journal of Audiology, Vol. 23, 4, p. 402-419.
Lees ook:
Publicatiedatum: 04 december 2023