Toegankelijkheid is een recht voor iedereen

Sandra Boertien (30) kwam er tijdens haar studie achter dat ze minder hoorde dan ze dacht. En ze werd twee jaar geleden éénzijdig plotsdoof, dat inmiddels deels hersteld is. Na haar studie SPH en een master Pedagogiek richt zij zich vol overgave op toegankelijkheid en inclusie voor mensen met een gehoorbeperking. In gesprek met een bruggenbouwer over misvattingen, onwetendheid en de voordelen van NmG.

Tekst Marjolijn Dekker Beeld Chantal Rison

“Eigenlijk heb ik altijd gedacht dat ik prima hoorde. Als kind had ik buisjes en wel eens oorontstekingen, maar dat was al twintig jaar geleden. Vanaf het MBO kreeg ik zo’n vaag vermoeden dat anderen meer hoorden dan ik. Dat sprak ik ook uit: ‘Als je iets wilt zeggen en ik niet reageer als je tegen me praat, is het niet dat ik je negeer, maar omdat ik je niet hoor.’ Het was nooit een probleem en loste zich altijd op. Met mijn goede vriendin Tamar, wiens naam je uitspreekt met de klemtoon op de eerste a had ik zelfs een soort pact gesloten. Als iemand haar naam verkeerd uitsprak, zou ik het actief verbeteren en als ik iets niet goed verstond zou zij het voor mij herhalen.” Tot ze op een gegeven moment voorzichtig teruggaf: ‘Sandra, moet jij je oren toch niet eens laten testen? Jij verbetert het bijna niet meer als iemand mijn naam verkeerd uitspreekt en ik herhaal bijna alles voor je.’

Wat je niet hoort, mis je ook niet

“Die test heb ik uitgesteld tot het moment dat ik tijdens mijn studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) in de collegezaal zat en - net iets te hard - riep: ‘Wanneer beginnen we?’ We zaten er namelijk al een kwartier. Wat bleek? Ze waren al gestart, maar dat had ik helemaal niet door. Meestal zat ik een beetje vooraan. Nu was ik wat meer achterin de zaal gaan zitten. Daarom was het me wellicht nooit eerder opgevallen. Wat je niet hoort, mis je ook niet. Dus toch maar die hoortest. De audicien zei: ‘Je bent écht slechthorend, je hebt een verlies van 40 decibel. Maar je kan erg goed liplezen. Ik vroeg je net om het hoekje of je thee wilde, maar je reageerde niet. Toen ik tegenover je zat en het weer aan je vroeg zei je: ja graag, zonder suiker.’

Als onweer

“Met hoortoestellen hoorde ik ineens veel, heel veel: tjilpende vogels, ratelende toetsenborden, een lift die ‘ping’ zegt als de deuren open of dicht gaan. En ik wist ook niet dat roltrappen geluid maken, om maar wat te noemen. Het was fijn dat ik meer hoorde, maar het zorgde ook voor overprikkeling. Een appel eten? Dan kan je je toestellen beter uit doen. Dat is net onweer. Borrelnootjes? Idem dito, een no go. Druiven eten? Dat gaat wel. Ik moest het allemaal opnieuw uitvinden. Ik was tweeëntwintig, volgde een studie om te gaan werken in de sociale sector en dacht: hoe ga ik dit doen?”

Gebaren is relaxed

“Eén van de eerste dingen die ik wilde leren was gebaren. Als ik kan gebaren ben ik onafhankelijker. Zo startte ik met het bezoeken van gebarencafés. Mijn loopbaanbegeleider – een lieve meedenkende vrouw – zei: ‘Je bent toch niet de enige? Zijn er geen organisaties waar jij je bij kunt aansluiten of terecht kunt voor informatie?’ Zo kwam SH-Jong op mijn pad. Inmiddels heb ik zowel slechthorende, dove als horende vrienden. Voor mijn stageplek zocht ik contact met Kentalis.” Koninklijke Kentalis ondersteunt mensen die slechthorend, doof of doofblind zijn of een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of communicatief meervoudige beperking hebben. “Daar kan en mag ik slechthorend zijn, dacht ik. En ik heb er veel geleerd: over het hebben van en omgaan met gehoorverlies, opkomen voor mezelf, het gebruik van hoorhulpmiddelen en gebarentaal. Hoe heerlijk zou het zijn om gewoon aan tafel te kunnen blijven zitten en te gebaren. Het ging me goed af. En zo pikte ik steeds meer gebaren op. ‘Wil je dit ook niet tijdens je lessen in kunnen zetten?’, vroeg één van de collega’s – ook Tolk Nederlandse Gebarentaal (NGT). Zo begon de zoektocht naar de manier waarop je tolken kunt inzetten, welke mogelijkheden er zijn, ontwikkel je je voorkeuren en hoe je dit allemaal aan kunt vragen. Tolkuren voor je studie kun je aanvragen tot je dertigste. Daarna krijg je ze niet meer. Dat is de reden waarom ik direct mijn master Pedagogiek ben gaan doen en geen tussenjaar heb genomen.” Inmiddels is ze afgestudeerd als master Pedagoog.

Passie voor inclusie en toegankelijkheid

Nog steeds heeft Sandra te maken met misvattingen en onwetendheid van anderen over haar gehooraandoening. “Mensen denken dat ik geen rijbewijs heb of niet mag fietsen, omdat ze denken dat dat gevaarlijk is. Of zijn verbaasd dat je aan mijn praten niet hoort dat ik slechthorend ben en dat ik een master heb. Het is geen onwil, maar onwetendheid. En daar kunnen we met zijn allen iets aan doen.” Ontzettend blij en trots is ze om te zeggen dat ze recent is gestart bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) als Project Medewerker voor het project ‘Iedereen Doet Mee’. Zo kan ze haar passie voor inclusie en toegankelijkheid inzetten om bij te dragen aan het creëren van een samenleving waarin écht iedereen volwaardig deel kan nemen. Met het projectteam ondersteunt ze de gemeenten van Nederland met het implementeren van het VN Verdrag Handicap.

Adviseur en vraagbaak

Sandra is een bezige bij. Naast haar baan is ze spreker en vraagbaak voor diverse stichtingen en organisaties. Haar doel? De toegankelijkheid en inclusie vergroten en de onwetendheid verkleinen. “De afgelopen jaren ben ik actief geweest als vrijwilliger bij SH-Jong, waar ik jongerenkampen georganiseerd en begeleid heb.” Sinds twee jaar is ze voorzitter bij Stichting Zo Hoort Het. Dit is een groep enthousiaste mensen die zich sterk maakt voor toegankelijkheid op het gebied van communicatie. “We organiseren laagdrempelige activiteiten verspreid over Nederland. Met laagdrempelig bedoelen wij activiteiten die betaalbaar zijn en waar de communicatie geborgd is. In diezelfde periode werd ik eenzijdig plotsdoof en kwam ik in gesprek met de stichting Plots- en Laatdoven. “Hier draag ik nu als één van de comitéleden mee aan het congres Let’s Connect 2. Prinses Laurentien van Oranje, Co-founder & Director van de Number 5 foundation opende dit congres in maart dit jaar.” Het verhaal van Sandra en andere plots- en laatdoven raakte haar diep. Dat is de reden waarom Laurentien - als gasthoofdredacteur voor Nouveau - elf vrouwen met een onzichtbare kracht voor henzelf en voor een ander koos. “En zo stond ik ineens in Nouveau.” Ook adviseert Sandra HandicapNL en concertorganisatie Mojo als het gaat over toegankelijkheid. Zo geef ik bijvoorbeeld aan dat slechthorende of dove mensen om een gebarentolk kunnen vragen en ze hun festivals of evenementen toegankelijk maken als deze tolken toegang en een passende plek krijgen, afgestemd met de tolkgebruikers. En dat ze zich realiseren welke voorbereiding dat vergt. Om goed te tolken heb je bijvoorbeeld vooraf de setlist nodig van een artiest. “Ook stel ik vragen, als: Bij de Toppers loopt boventiteling mee om de teksten mee te zingen, is dat bij andere concerten eveneens een optie?” Voor Possibilize denkt ze mee over creatieve toegankelijkheid. Wat dat inhoudt? Hoe kan je bijvoorbeeld oplossingen bedenken die voor meerdere doelgroepen handig zijn? En ze geeft masterclasses over creatieve toegankelijkheid aan uiteenlopende organisaties.

Tijd, energie en keuzes

“Nog steeds krijg ik de vraag hoe het komt dat ik slechthorend ben en dat ik er pas later ‘achter’ kwam. Bijna alsof ik er iets aan had kunnen doen. Het maakt niet uit wat de oorzaak is. Het levert me nu in ieder geval niets op om dit eindeloos te laten onderzoeken. Het gaat erom hoe je er mee omgaat. Natuurlijk ben ik wel eens verdrietig. Ik worstel soms met de vraag ‘waar hoor ik nou bij?’ Ik ben niet doof, maar ook niet horend. En er zijn momenten dat ik het ronduit stom en oneerlijk vind dat ik nu kamp met een gehoorprobleem. Tot mijn 22e hoefde ik er nooit over na te denken. Horen was vanzelfsprekend. En nu kost nu het tijd en energie om communicatie te regelen. Nu kost het veel meer moeite om mensen te verstaan, moet ik vooraf nadenken over situaties waarin het belangrijk is dat ik anderen versta. Kortom, leren functioneren als slechthorende in een horende maatschappij. Je moet het zelf oplossen, de samenleving doet het niet voor je. Daarom zet ik me ook zo in. Als het wiel al uitgevonden is, dan kunnen ook anderen daar ook hun voordeel mee doen. Hulpmiddelen zijn fijn, maar ook hierin maak ik keuzes. Het is mijn recht om een tolk in te zetten, dat weet ik, maar als ik naar mijn ouders ga en een persoonlijk gesprek met mijn moeder voer, hoeft daar niemand bij te zitten. Dan doe ik wel even extra mijn best met liplezen en verstaan. Mijn vriend - nou eigenlijk mijn verloofde - heeft voor mij NmG geleerd. Fantastisch. Gebarentaal is niet beperkt tot dove mensen, al hanteren zij vaker NGT en is dit echt hun moedertaal. Nederlands ondersteund met Gebaren (NmG) is simpel gezegd een mengvorm van de Nederlandse taal en de Nederlandse Gebarentaal (NGT). Je gebruikt de gebaren van NGT en de Nederlandse taal. Een aanrader voor iedereen met en zonder gehoorverlies. Want ook als horenden NmG of NGT gebruiken levert dat mij en anderen met een gehoorprobleem meer rust én energie op. Dan komt het niet alleen meer op liplezen en horen aan.”

Lees ook:

Door: marjolijnPublicatiedatum: 19 september 2024