Gebaren geeft energie, óók voor slechthorenden

“Ik wil dat niemand zich buitengesloten voelt en iedereen met elkaar kan communiceren.” Bianca van der Horst vertelt hoe waanzinnig belangrijk het voor slechthorenden is om grenzen te stellen, voor zichzelf op te komen en te leren omgaan met grapjes die ze niet verstaan. Ze richtte ze de GebarenChallenge op, waar inmiddels 48.000 mensen aan deelnamen. En vertelt razend enthousiast - en aanstekelijk - over de voordelen en rust van NmG voor slechthorenden.

Tekst Marjolijn Dekker Beeld Chantal Rison

Bianca werd slechthorend geboren, maar moet een jaar of drie zijn geweest toen het opviel. “Het buurmeisje - en leeftijdsgenootje – waar ik mee speelde begon steeds meer te kletsen en mijn spraak bleef achter. Ik zei maar twee woorden om iets duidelijk te maken. Zoals: ‘papa werken’ of legde de klemtoon op de verkeerde plek: geen kètting, maar kettíng. Kort daarna hebben mijn ouders me hebben laten onderzoeken en kwam mijn gehoorverlies aan het licht. Ik weet nog dat er met mijn nieuw aangemeten hoortoestellen een wereld open ging en ik door de gang huppelde. Met behulp van logopedie en ondersteunende gebaren haalde ik die achterstand in rap tempo in.”

Niet doof

Voor dove of slechthorende kinderen of die een taalontwikkelingsstoornis hebben, is het belangrijk om bij gesproken taal ook gebaren te gebruiken. Door te gebaren is de taal minder vluchtig en makkelijker te begrijpen. “Na deze positieve impuls was de schok dan ook groot dat vanaf de 1e klas van het speciaal onderwijs die gebaren voorbehouden waren aan de dove kinderen. ‘Jullie zijn niet écht doof, jullie kunnen nog een beetje horen, dus het is niet nodig’, was de uitleg.” Dat had impact. “Het gevoel dat er iets van ons werd afgepakt overheerste: de vrijheid om te communiceren. In mijn directe omgeving werd dit signaal bevestigd: ‘dat heb jij toch niet nodig’. De combinatie van hoortoestellen, een ringleiding en liplezen moest volstaan. Ik was tenslotte niet doof.”

Geen journalistiek

“Na het afronden van de basis- en middelbare school via speciaal onderwijs volgde ik de Opleiding HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). Eigenlijk wilde ik het liefst journalistiek studeren. Schrijven, taal en in contact zijn met mensen heeft me altijd gelegen, maar mijn omgeving zag wel wat beren op de weg als het ging om de praktische kant. Voor een goed interview moet je tenslotte goed kunnen horen. Mijn familie en school bedachten wat veilig voor mij was, goed bedoeld natuurlijk. Mijn moeder - die overigens altijd wel probeerde te denken in mogelijkheden - zag me bijvoorbeeld wel de zorg in gaan, dat leek haar handig: daar zou ik vast steun krijgen als ik iets niet goed verstond.”

Burn-out

Na haar studie werkte Bianca afwisselend in de kinderopvang en bij de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK). In 2007 maakte ze in Zuid-Afrika op een dovenschool kennis met de Zuid-Afrikaanse gebarentaal. Haar broer Vincent – die zes jaar jonger was en zwaar meervoudig gehandicapt – werd ernstig ziek en ze keerde terug naar Nederland. “Hij zou geen dag oud worden volgens de artsen, maar werd negentien. Niet lang na zijn overlijden startte ik bij Kentalis.” Koninklijke Kentalis ondersteunt mensen die slechthorend, doof(blind), een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of communicatief meervoudige beperking hebben. Zij vinden het belangrijk dat zij kunnen communiceren met anderen, worden begrepen en kunnen meedoen aan de samenleving. “Als hulpverlener voor gezinnen met dove kinderen probeerde ik mijn leven net zo in te richten als mijn (veelal horende) collega’s: net zoveel uren maken op het werk, deelnemen aan alle vergaderingen en thuis gezellig doen. Mijn gehoorverlies is progressief en ging steeds verder achteruit. Er was begrip, maar het werk moest toch gedaan worden. En hoezeer ik mijn best ook deed, het putte me uit. Dat resulteerde uiteindelijk in een burn-out.”

Leven als een horende

Het was een tijd waarin veel samenviel. “Via Kentalis kwam ik bij Wendelina Timmerman terecht. Door haar coaching kwam het inzicht dat ik eigenlijk het leven probeerde te leiden van een horende, terwijl ik te maken had met zwaar gehoorverlies. We bespraken de grenzen waar ik tegenaan liep, de vermoeidheid die de overhand nam en hoe slecht ik me fysiek voelde.”

De impact van gehoorverlies

“Eerst bekeken we mijn audiogram. Door het te analyseren werd me duidelijk hoe groot mijn beperking in horen is. In een later stadium tekende ze een poppetje met een groot hoofd. En ze legde uit hoe mijn ogen zich continue moesten focussen op het lipbeeld. Hoe mijn oren met hoortoestellen de restgeluiden moesten interpreteren zonder sommige klinkers en letters. En hoe hard mijn hersenen moesten werken om dit alles te knippen en plakken tot een logisch geheel. Dáárom was ik zo moe. Ook kreeg ik inzicht in het feit dat een slechthorende tijd nodig heeft om al deze informatie te verwerken en dat die verwerkingstijd langer duurt dan die van een horende. Daarna tekende ze het lijf, armpjes en beentjes. Niet voor niks in een later stadium – symbolisch – want door al die inspanning vergeet je je lijf.”

Bewust omgaan met energie

“De ‘truc’ is om meer naar je lichaam te luisteren en te ontspannen. Hoe? Door bewegen, sporten, dansen, mediteren, yoga. Het is belangrijk om uit te vinden wat bij jou past. Even uitzoomen zorgt ervoor dat je oplaadt en je met hernieuwde energie kunt focussen op wat belangrijk voor is. Sinds ik een hond heb, loop ik vier keer per dag even een rondje. Dat is fijn, zo ga ik automatisch meer naar buiten en heb ik een korte pauze. Om me bewust te zijn van mijn lichaam doe ik ‘s ochtends een reeks oefeningen. Tot slot schrijf ik aan het einde van de dag op wat ik heb geleerd. De nadruk op het positieve zorgt voor mentale weerbaarheid. Daarnaast is het (h)erkennen van je eigen signalen een ‘must’. Als ik moe ben merk ik dat ik gevoeliger ben voor geluid. Het lijkt dan wel alsof alles drie keer zo hard binnen komt, dan doe ik mijn apparaten uit. Dat is het teken dat ik even rustig aan moet doen.”

Kennis in praktijk

Eenmaal terug op de werkvloer bij Kentalis was het zaak de opgedane kennis in de praktijk te brengen. Leren om voor haarzelf op te komen leidde tot confrontaties, frictie en strijd die ze liever vermeed. Symposia werden gestart zonder schrijftolk en collega’s – ook de horende – spraken onderling wel eens zonder gebaren. “Ik zeg wel eens dat ik me nog nooit zo gehandicapt heb gevoeld als in die tijd. En dat is zo’n paradox voor een organisatie die juist de intentie heeft om mensen met gehoorproblematiek te begeleiden. Gebaren zijn ondersteunend als je slecht hoort. Toch is het als het leren van een nieuwe taal: het maakt mensen onzeker. Soms vroeg ik ernaar bij collega’s en dan was het eerlijke antwoord: ‘ik vind het moeilijk, het kost me veel energie en als ik pauze heb, wil ik gewoon even relaxen’. Dat begreep ik ook, het was geen onwil en juist doordat ik me zó bewust was van die dubbele emoties werd het te complex voor mij. Daarna nam ik ontslag. Dit was het niet voor mij. Bij het UWV vonden ze me geschikt om te werken: fantastisch nieuws. Dit was dé bevestiging die ik nodig had: ik kan meedraaien in de samenleving. Het gaf me de kracht om voor mezelf te beginnen.”

Aanstekelijk enthousiasme

“Ik wil dat niemand zich meer buitengesloten hoeft te voelen en dat iedereen met elkaar kan communiceren.” Bianca wil andere slechthorenden in hun kracht zetten en de maatschappij toegankelijker maken voor mensen met een auditieve beperking. Het is waanzinnig belangrijk om te leren om grenzen te stellen, voor jezelf op te komen, te leren omgaan met grapjes die je niet verstaat, te relativeren, je eigen signalen te (h)erkennen en te weten wat je moet doen. Zo startte ze met 100% slechthorend en stond ze aan de wieg van de implementatie van het Limited Hearing Symbool, dat inmiddels in andere handen is overgegaan. Daarna richtte ze de GebarenChallenge op, waar inmiddels 48.000 mensen aan meededen. Ze vertelt het razend enthousiast - en aanstekelijk. ‘Zet je eerste stappen in gebarentaal leren en ontdek dat het niet gaat om perfectie, maar om communicatie!’, lees je op haar website. Haar partner Onno (horend én hoogleraar gebarentaal) werkt met haar samen.

Gebaren geeft rust en energie

“Het is heel simpel. Wat kost energie en wat levert je energie op? Liplezen, focussen op wat je hoort en het in je hoofd aan elkaar plakken tot een zinnig geheel versus gebaren? Hoeveel rust geeft het als je je ogen niet nodig hebt en je energie bespaart door (een paar) gebaren (te leren)? Als ik samen met Onno tv kijk, hij mijn aandacht trekt en gebaart of ik thee wil, is dat zoveel meer relaxed dan alleen taal. Zonder apparaten duurt het langer om te merken waar er geluid vandaan komt en óf ik dat goed hoor. Dat zorgt ervoor dat ik rechtop ga zitten, op zoek ga naar de bron, naar het mondbeeld moet kijken en me in moet spannen om de vraag te horen. Het enkele gebaar ‘wil je thee?’ geeft al zoveel rust. Dat is winst. En bedenk dan eens hoeveel het kan opleveren als je meer gebaren kent: ‘Ik ga even naar buiten’, ‘Tot straks’, ‘Dank je wel’, ‘Wil je iets drinken?’, ‘Ik haal de kinderen uit school’, ‘Dek jij de tafel even?’”

Probeer het eens

Vanuit haar hart voelt Bianca het als haar missie om gebarentaal toegankelijk te maken voor jou en anderen. Misschien vind je het spannend, maar je kan het niet fout doen, je kunt wél beter worden. Jij hebt het recht om deze taal te gebruiken. “Ik heb mijn lessen geleerd, en op basis van mijn ervaringen en die van anderen een eigen methode ontwikkeld die leuk, laagdrempelig en toegankelijk is voor iedereen. Dat resulteerde in de Gebarenchallenge. De verhalen die ik terugkrijg met positieve ervaringen zijn echt ongelooflijk. Het wordt te vaak weggestopt, nog steeds. Maar het is belangrijk dat je een keuze hebt. Dat niet voor jou bepaald wordt, dat gebarentaal niets voor jou is. Maar dat je zelf de kans krijgt om te ervaren wat het voor jou kan doen. Ik had als kind die kans ook moeten krijgen. Ik heb mijn recht teruggekregen. En ik zeg het nu tegen jou: ook jij hebt recht op gebarentaal! Je mag het gebruiken, je eigen maken en ervan genieten.”

NGT

De Nederlandse Gebarentaal is ruim 100 jaar onderdrukt wettelijk erkend sinds 1 juli 2021. Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren, vaak achter gesloten deuren.

Bianca maakte speciaal voor Hoormij een filmpje: ontdek het gemak van gebaren.

Door: marjolijnPublicatiedatum: 23 mei 2024