Proefschrift geeft inzicht in prevalentie en risicofactoren van gehoorverlies op jonge leeftijd
Gehoorverlies is één van de meest voorkomende chronische aandoeningen wereldwijd. Naast de hoge maatschappelijke kosten, kan onbehandeld gehoorverlies de kwaliteit van leven in negatieve zin beïnvloeden. Met vorderen van de leeftijd gaat het gehoor achteruit. Gehoorverlies kan echter ook al op jongere leeftijd voorkomen. Met dit proefschrift Hear me out van Danique Elisabeth Paping is beoogd meer inzicht te krijgen in de prevalentie en mogelijke risicofactoren van gehoorverlies op jonge leeftijd. Met het toenemend gebruik van persoonlijke muziekspelers onder jongeren waren ze tevens geïnteresseerd in hun luistergedrag en het risico op lawaaischade.
Tot slot is onderzocht of distortion product otoakoestische emissies een rol kunnen spelen bij het vroegtijdig opsporen van lawaaischade onder jongeren. Alle onderzoeken in het proefschrift zijn uitgevoerd binnen Generation R, een groot populatie-onderzoek onder Rotterdamse kinderen.
Prevalentie en risicofactoren van perceptief gehoorverlies in adolescentie
In hoofdstuk 2 is er onderzoek gedaan naar de prevalentie en risicofactoren van gehoorverlies in adolescentie. Van de 4.572 jongeren rond 13-jarige leeftijd van wie het gehoor is gemeten, had 6,4% perceptief gehoorverlies van minimaal 15 dB HL in één of beide oren. Tussen 9- en 13- jarige leeftijd was het aantal jongeren met perceptief gehoorverlies gedaald met 2,7%. Deze daling is mogelijk toe te schrijven aan selectiebias of een beter vermogen om mee te werken aan het gehooronderzoek op 13- jarige leeftijd. In hoofdstuk 3 is onderzocht welke factoren geassocieerd zijn met een achteruitgang van het gehoor tussen 9 -en 13- jarige leeftijd. Bij 7,8% van de 3.508 onderzochte jongeren was er sprake van achteruitgang van het gehoor in de lage tonen, en bij 11,3% in de hoge tonen. Alcoholgebruik was geassocieerd met een hogere kans op achteruitgang van het gehoor in de lage tonen en een lager opleidingsniveau met een hogere kans op achteruitgang van het gehoor in de hoge tonen.
Lawaaischade en de relatie met het gebruik van persoonlijke muziekspelers
In hoofdstuk 2 zagen ze dat 12,5% van de 13- jarige jongeren tekenen van lawaaischade had in het audiogram. Tussen 9 -en 13- jarige leeftijd was er een significante stijging van 1,9% van het aantal jongeren met tekenen voor lawaaischade. In dit proefschrift is het gebruik van muziekspelers onder jongeren onderzocht met zowel een vragenlijst als een mobiele applicatie. Hoofdstuk 4 liet zien dat het merendeel van de jongeren luistergedrag vertoont dat als veilig kan worden beschouwd.
De overeenstemming tussen zelf gerapporteerd en objectief gemeten luistergedrag was beperkt, wat erop kan doen wijzen dat jongeren niet in staat zijn adequaat hun eigen luistergedrag in te schatten. Met het oog op preventie hebben ze zich in hoofdstuk 5 gericht op het identificeren van risicofactoren voor risicovol luistergedrag. Jongeren met een lagere sociaaleconomische status en jongeren die meer risicogedrag vertoonden hadden een hogere kans op het vertonen van risicovol luistergedrag. Ondanks dat ze weten dat muziekspelers in staat zijn hard geluid te produceren, blijft het risico op gehoorschade door muziekspelers onderwerp van discussie. In hoofdstuk 6 is
er onderzoek gedaan naar de relatie tussen het gebruik van muziekspelers, objectief gemeten, en het gehoor. Binnen onze populatie van 314 jongeren zagen ze geen significante relatie tussen de dagelijkse geluidsdosis en gehoordrempels.
Het vroegtijdig opsporen van lawaaischade
In hoofdstuk 7 hebben ze bestudeerd of er een rol is weg gelegd voor distortion product otoakoestische emissies bij de vroegtijdige opsporing van lawaaischade onder jongeren. Naarmate het gehoor verslechterde, namen ook de amplitudes van de otoakoestische
emissies af. Echter, was de variabiliteit in amplitudes van otoakoestische emissies van jongeren met hetzelfde gehoor groot. Men kan zich dan ook afvragen deze test geschikt is voor het vroegtijdig opsporen van gehoorverlies. Hoofdstuk 8, de discussie, geeft een overzicht van de belangrijkste bevindingen van de proefschrift.
De methodologische overwegingen, klinische implicaties en suggesties voor toekomstig onderzoek worden besproken.
Benieuwd naar het proefschrift? Je kunt het hier lezen: Hear me Out
Verdediging proefschrift
Op donderdag 16 mei 2024 verdedigt D.E. Paping het proefschrift met de titel: ‘Hoor eens: onderzoek naar het gehoor van jongeren in een wereld vol‘.
Bron: Erasmus Universiteit Rotterdam
Publicatiedatum: 14 mei 2024