Biobanken – wat kunnen ze ons vertellen over tinnitus?
Biobanken zijn een belangrijk hulpmiddel geworden in medisch onderzoek. Een biobank – niet te verwarren met bioinformatica – is een grote digitale en fysieke verzameling van anonieme biologische en medische onderzoeksgegevens, informatie en monsters voor gebruik in wetenschappelijk onderzoek. Onderzoeker en clinicus in hoorwetenschappen professor David Baguley (Biomedical Research Centre, Universiteit van Nottingham) legt uit wat ze ons kunnen vertellen over tinnitus, ook wel oorsuizen genoemd.
Er wordt veel tijd en geld geïnvesteerd in biobanken, omdat ze onderzoek doen naar oorzaken van ziekten, risicofactoren en diagnostiek. Én ontwikkeling van behandelingen bevorderen. Verder dragen ze bij aan meer biologische kennis en interessante factoren op het niveau van een hele bevolking. Biobanken bevatten vaak gegevens van meer patiënten dan in standaard vormen van klinische studies. Het gebruik is relatief gezien niet duur. Biobanken hebben naast grote voordelen enkele nadelen. Zo zijn gegevens niet altijd representatief voor specifieke aandoeningen zoals bijvoorbeeld tinnitus of zijn onderzoeken belastend. Fysieke monsters zijn niet altijd snel beschikbaar, geschikt of van goede kwaliteit (meer) voor wetenschappelijk onderzoek. Financiering regelen en omgaan met de veelheid aan data zijn oplosbaar. Ondanks enkele nadelen, is er goede hoop dat al die gegevens goed helpen om meer over tinnitus te leren en zo patiënten ermee beter te kunnen helpen.
UK Biobank
De UK Biobank bevat een diversiteit aan data en monsters. Beschikbare informatie over tinnitus in de
UK biobank is waardevol, maar helaas alleen beperkt tot de 'spraak-en-ruis test' en zelfrapportages uit een landelijke hoorstudie. Gegevens van andere audiologische onderzoeken en fMRI ontbreken. Desondanks zijn beschikbare data gebruikt voor genetische studies, studies naar comorbiditeit en cognitie. Hoewel deze studies een meer bevestigend karakter hebben, zijn lopende studies (naar onder meer genetica, risico’s, natuurlijk beloop, beeldvormingsstudies van de hersenen) veelbelovend.
De diepte in
De breedte van bestaande biobanken biedt voordelen, maar vormt een nadeel voor onderzoek naar gehoorproblemen. Daarom is een verdiepende, specifieke biobank voor tinnitus (of hooraandoeningen) nodig om meer grip te krijgen en ze te doorgronden. Zo’n specifieke biobank maakt het mogelijk om naar speciale en complexe mechanismen, afwijkingen, diagnose, testresultaten en behandelingen te kijken binnen het spectrum van gehooraandoeningen. Denk bijvoorbeeld aan informatie van patiënten, psychologische onderzoeken en meer objectieve informatie over genen, symptomen, en resultaten van beeldtechnieken en audiologische technieken (waaronder de nieuwe elektrocochleografie voor gehoorfunctie). Ze zijn een belangrijke bron voor genetisch en moleculair biologisch onderzoek.
Missie
Een specifieke biobank is een krachtig hulpmiddel. Oprichting van een specifieke biobank voor hoorproblemen is daarom één van de missies van de British Tinnitus Association. Voor een geslaagd resultaat is samenwerking tussen disciplines waaronder biologie, clinici, beeldvorming, genetica, epidemiologie, biostatistiek en patiënten nodig. Uiteindelijk zal de specifieke biobank wetenschappelijk onderzoek naar aandoeningen zoals tinnitus vooruit helpen. Zo zou het kunnen bijdragen aan het ontrafelen van oorzaken, risicofactoren, erfelijkheid, relaties met andere aandoeningen en betere behandelingen voor tinnitus en misschien andere gehooraandoeningen.
> Dit is een samenvatting, gemaakt door de commissie tinnitus & hyperacusis van Hoormij∙NVVS, van één van de lezingen/presentaties die plaatsvond tijdens de online conferentie van de British Tinnitus Association.
Lees ook:
Publicatiedatum: 14 oktober 2020