Oproep: red de hoorzorg!
Volgens de wet die minister Schippers in 2013 invoerde moet iedereen het hoorhulpmiddel krijgen dat nodig is om goed te kunnen functioneren. Bijna vier jaar na invoering constateren de patiëntenorganisaties voor slechthorenden, doven en doofblinden dat de uitvoering van deze wet onder druk staat. De zorgen rondom de kwaliteit van de hoorzorg nemen toe. De organisaties, waaronder Stichting Hoormij, roepen op actie te ondernemen. Door te eisen dat de wet goed wordt uitgevoerd en zowel de zorgverzekeraar als de audiciens aan te spreken op hun zorgplicht, kan je als slechthorende veel geld besparen.
Dinsdag 28 november 2016 besteedde RTL Nieuws aandacht aan dit onderwerp, lees er hier over.
Het idee dat je het hoorhulpmiddel moet krijgen waarmee je goed kunt functioneren, is een mooi uitgangspunt. Maar hoe werkt het in de praktijk? Er is een protocol opgesteld om te bepalen wie welk hoorhulpmiddel nodig heeft. Audiciens en verzekeraars moeten vervolgens met elkaar onderhandelen over de prijs die deze hoorzorg mag kosten: de zogenaamde marktwerking. Slechthorenden betalen voor hun hoortoestellen een eigen bijdrage van 25% bovenop het eigen risico. Overige hoorhulpmiddelen worden 100% vergoed. Na een lobby vanuit Stichting Hoormij krijgen kinderen tot 18 jaar sinds 2016 hun hoortoestellen altijd 100% vergoed.
Falende marktwerking
Door de macht van de verzekeraars, hun selectieve inkoop en de moordende concurrentie onder audiciens kelderen de prijzen. Sommige verzekeraars hebben meerjarencontracten afgesloten met audiciens en houden hun prijzen gelijk. De overige verzekeraars hebben voor 2017 de prijzen weer verlaagd met gemiddeld 82,50 euro per hoortoestel. Voor de meest complexe hoortoestellen (categorie 5) is dit zelfs gemiddeld 125 euro. Wanneer de prijzen nog verder dalen, kunnen audiciens niet én een goed hoorhulpmiddel én de aanpassing én ook nog eens vijf jaar goede hoorzorg leveren. Dit betekent dat er moet worden getornd aan de kwaliteit en/of de keuzevrijheid of dat de hoortoesteldrager zelf meer moet betalen voor goede kwaliteit, met name bij de complexe hoortoestellen. In beide gevallen is de slechthorende de dupe. De eerste signalen zijn al zichtbaar: in korte tijd een stijging op de particuliere markt van 6% naar 15%, minder keuzevrijheid, een lagere waardering van de nazorg, zorgweigering en, volgens sommige audiologen, slechter afgestelde hoortoestellen. Dit kan niet de bedoeling zijn van verzekerde zorg.
Oproep tot actie
De patiëntenorganisaties voor doven, slechthorenden en doofblinden roepen op tot actie. Allereerst vragen zij zorgverzekeraars te stoppen met het steeds verder verlagen van de prijzen. Daarnaast moeten verzekeraars en audiciens zich houden aan gemaakte afspraken over wat goede hoorzorg is. De organisaties vragen de zorgverzekeraars en audiciens met klem om de verbeterde versie van het hoorhulpmiddelenprotocol versie 2.0 te omarmen en vanaf 2017 in te voeren en samen met hen te blijven werken aan verbeteringen. Audiciens zouden daarbij gezamenlijk de gemaakte afspraken moeten verdedigen in plaats van elkaar alleen maar te beconcurreren.
Stop de ‘race naar het putje’
Daarnaast roepen de patiëntenorganisaties minister Schippers, de politiek, de ambtenaren, het Zorginstituut Nederland en andere betrokken organisaties op nog eens goed te kijken naar de marktwerking in de hoorzorg en de ‘race naar het putje’ te stoppen. Maak bijvoorbeeld een splitsing tussen de prijs van het hoortoestel en de uren die nodig zijn om dit hulpmiddel aan te passen. Laat de uren vaststellen door de beroepsgroep audiciens, dan mogen zorgverzekeraars met audicienbedrijven onderhandelen over de uurtarieven en niet meer, zoals nu, indirect tornen aan de uren die een audicien kan besteden aan zijn cliënt. Ook kan, net als op andere terreinen zoals de thuiszorg, een minimum worden gesteld aan de tarieven. Geef de zorgconsument via haar patiëntenvereniging een rol in het inkoopbeleid, zodat niet langer over de rug van de zorgconsument wordt onderhandeld, maar samen met de slechthorenden.
Extra betalen bovenop eigen bijdrage?
Tot slot roepen de verenigingen hun eigen achterban op zich heel kritisch op te stellen, zowel bij aanschaf van een hoorhulpmiddel als bij het kiezen van een nieuwe zorgverzekeraar. Weet als slechthorende dat je recht hebt op een hoortoestel waarmee jij goed kunt functioneren. Betaal nooit meer dan de eigen bijdrage voor noodzakelijke hoortoesteleigenschappen. Onderzoeken (Evaluatie hoorzorg Zorginstituut 2015 en CQI-audiciens en -hoortoestellen/PREM hooroplossingen) tonen aan dat op dit moment iedereen binnen de verzekerde zorg een prima en adequaat hoortoestel kan krijgen. Dit wordt door diverse audiologen bevestigd.
Kies bewust een audicien en zorgverzekering
Tip van de patiëntenverenigingen: probeer altijd eerst twee modellen hoortoestellen binnen de verzekerde zorg. Bieden die niet het gewenste resultaat? Mogelijk kan de audicien dan goed beargumenteren waarom een ander hoortoestel beter is en een ‘extra zorgaanvraag’ indienen bij de zorgverzekeraar. Ook kan het zijn dat een andere audicien die andere merken voert, een passender hoortoestel heeft. Wie er na drie maanden niet uitkomt met de audicien(s), moet een verwijzing krijgen naar een audiologisch centrum. Kijk voor meer informatie op Hoorwijzer. Nu het weer tijd is om te veranderen van zorgverzekeraar, kun je het beste kiezen voor een volwaardige restitutieverzekering (ONVZ of Ohra) zodat je meer keuzevrijheid hebt.
Hoorhulpmiddelen horen in basispakket
Door te eisen dat de wet goed wordt uitgevoerd en zowel de zorgverzekeraar als de audiciens aan te spreken op hun zorgplicht, kan je als slechthorende veel geld besparen. Bovendien draagt dit eraan bij dat hoorhulpmiddelen in het basispakket blijven. Gaan zorgconsumenten hoortoestellen geheel zelf betalen, dan wordt het voor zorgaanbieders interessant om de particuliere markt steeds verder uit te breiden en is het einde van de goede verzekerde hoorzorg in zicht.
Meer weten over het Hoorprotocol 2.0? Lees dan deze artikelen uit Hoormij Magazine:
Publicatiedatum: 28 november 2016