Otosclerose
Otosclerose is een progressieve ziekte die iemand langzaam slechthorend maakt. Het gehoorverlies kan zich bij otosclerose in één of beide oren voordoen. Bij otosclerose gaat het bot op en rond de stijgbeugel (één van de gehoorbeentjes in het middenoor) woekeren. De stijgbeugel kan daardoor steeds minder goed bewegen waardoor het geluid slechter wordt doorgegeven aan het slakkenhuis en iemand langzaam slechter gaat horen (geleidingshoorverlies).
Hoe otosclerose begint en waarom bepaalde mensen er last van krijgen is nog onduidelijk. Klachten ontstaan meestal op de leeftijd tussen 20 - 40 jaar, en twee keer zo vaak bij vrouwen. Vaak lijkt erfelijkheid een rol te spelen. Bij zwangere vrouwen vindt in 20 - 40% van de gevallen een versnelling van de otosclerose plaats. Bij otosclerose is er 50% kans dat maar één oor aangetast wordt, en 50% kans dat er klachten ontstaan in beide oren. De diagnose wordt vaak vermoed door bepaalde afwijkingen bij de gehoortest en is het beste vast te stellen met een CT-scan via de KNO-arts.
Drie vormen van otosclerose
- Van de stijgbeugel. De meest voorkomende vorm.
- Van het slakkenhuis alleen. Deze vorm komt zelden voor. Hierdoor ontstaat er geen geleidingsgehoorverlies, maar een zenuwgehoorverlies. Dit heet cochleaire otosclerose. Hierbij kan men (ook) hoortoestellen krijgen of - in ernstige gevallen - een cochleair implantaat.
- Van het slakkenhuis én de stijgbeugel. Dit leidt tot zowel een geleidings- als een zenuwgehoorverlies.
Wat te doen bij otosclerose?
- Afwachten. Aangezien de aandoening langzaam toeneemt kan dit als de gehooraandoening nog erg beperkt is.
- Hoortoestellen. Werken meestal goed, omdat er bijna altijd sprake is van geleidingsslechthorendheid.
- Operatie. Als afwachten en hoortoestellen niet meer voldoen.
Opereren
Het is belangrijk om otosclerose te laten opereren in een ziekenhuis waar deze operatie vaak wordt verricht. Vraag advies aan de KNO-arts. Bij stijgbeugel otosclerose wordt de stijgbeugel gedeeltelijk (stapedotomie) of geheel (stapedectomie) vervangen door een prothese. Hierdoor wordt het geluid weer beter doorgegeven aan het binnenoor en verbetert het gehoor. Als er ook otosclerose is van het slakkenhuis kan het zijn dat hoortoestellen na de operatie noodzakelijk blijven. Als er alleen otosclerose is van het slakkenhuis heeft deze operatie geen zin. De operatie vindt onder plaatselijke verdoving of onder narcose plaats. Ongeveer 80-90% van de mensen die een operatie ondergingen zijn erna zeer tevreden. Er kunnen verschillende bijwerkingen na de operatie optreden, maar deze zijn bijna altijd tijdelijk. Mogelijke bijwerkingen zijn: duizeligheid, smaakstoornissen, gehoorverlies (0,5- 1% kans), oorsuizen (soms verminderd dit juist) of een gaatje in het trommelvlies (minder dan 1% kans). Na de operatie mag je tijdelijk niet tillen en vooroverbuigen. Diepzeeduiken wordt na de operatie voor altijd afgeraden. Deze operatie heeft geen gevolgen voor een eventueel MRI-onderzoek: alle prothesen zijn tegenwoordig geschikt voor de MRI.
Toekomst
Er is nog veel onduidelijk over welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van otosclerose. Voorkomen van de aandoening is daardoor nog niet mogelijk is. Misschien dat stamcelonderzoek in de toekomst kan leiden tot stamceltherapie ter verbetering van slechthorendheid, maar voorlopig is dit nog toekomstmuziek.
Lees ook: