Een zorgbrede blik op BPPD
Duizeligheid is ook voor zorgverleners vaak een nog onontgonnen gebied. Fysiotherapeut Bart Zwaneveld heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot specialist als het gaat om BPPD en andere evenwichtsaandoeningen. Tijd nemen voor een goede diagnose, samenwerken met andere zorgverleners en alert zijn op signalen zijn voor hem belangrijke stappen om de aanpak van duizeligheid en evenwichtsproblemen effectief aan te pakken.
Tekst
Isabel Timmers“Toen ik in 2012 in de eerstelijnszorg kwam, zag ik af en toe mensen met duizeligheidsklachten en wilde me daar verder in verdiepen. Een cursus riep nog meer vragen op, daardoor ben ik er steeds dieper ingedoken. Bij elke patiënt zie je weer een ander beeld. Ik ben daardoor de weg van de patiënt gaan volgen. Als fysiotherapeut ben je gewend om mensen meteen te behandelen. Maar in dit geval is het beter om eerst goed te kijken naar wat iemand heeft en vervolgens naar wat iemand nodig heeft.” Dat vereist een ‘zorgbrede’ blik. “Ik zit bijvoorbeeld regelmatig met KNO-artsen om tafel om te overleggen over wat zij zien en doen. Dat helpt het zoekplaatje completer te maken.”
So Stoned-methode
Patiënten met evenwichtsklachten weten vaak niet waar ze terecht kunnen. Er is ook niet altijd een passend antwoord. “Goed diagnosticeren vraagt om veel tijd en die is er niet overal. Zelf trek ik altijd een uur uit voor een kennismaking met een nieuwe patiënt. Ik werk dan met het
So Stoned-‘raamwerk’ om tot een diagnose te komen en met meetapparatuur. Als er ook maar een vleugje vermoeden van BPPD is, dan ga ik daarop behandelen, ook als de test negatief is. De testen zijn niet waterdicht en de behandeling is effectief en risicoloos. Op die manier kun je óf BPPD uitsluiten óf de behandeling blijkt te werken en het is wel BPPD.”
Videobril
Bart maakt gebruik van een VNG-bril voor onderzoek van het evenwichtsstelsel via de ogen. “Een videobril met infraroodcamera registreert de oogbewegingen. De patiënt zit daarbij volledig in het donker en kan zich niet fixeren op één punt. Bij BPPD gaan mensen onbewust focussen met hun ogen. Net zoals je met gym leerde om je op een evenwichtsbalk te richten op het einde van de balk. Omdat je met de bril op geen focus hebt, kunnen we aan de hand van de (on)rust van de oogbewegingen een specifieke diagnose stellen. Vervolgens doe ik verschillende positietesten – liggend of, zittend – die een beeld geven van het kanaal waarin de BPPD actief is. En dan zijn er ook nog testen gericht op de uitval van het evenwichtsorgaan.”
Er zijn - naast enkele ziekenhuizen en duizeligheidscentra - nog niet veel specialisten die werken met de VNG-bril. Bart werkt nauw samen met het MUMC+ in Maastricht, waar de opnames van de onderzoeken worden opgeslagen. “Dankzij de korte lijntjes kunnen zij ook meekijken met een patiënt of een second opinion geven.”
Drie kanalen
Bart legt uit: “Ons evenwichtsorgaan bestaat eigenlijk uit twee compartimenten: de drie halfcirkelvormige kanalen en de twee otolietorganen. De drie kanalen bestaan uit een onderste, middelste en bovenste (zie illustratie). De kristallen horen van nature in het centrale deel van het evenwichtsorgaan, daar waar de otolieten liggen. Als de kristallen wat loslaten of gaan zweven kunnen ze in een kanaal komen. Dit verstoort dan de beweging van de vloeistof in het kanaal. Vergelijk het maar met suiker in een fles water. Als je een fles omdraait, zal de suiker eerst blijven hangen in de fles en pas later naar beneden zakken. Dat beïnvloedt het gevoel van evenwicht. Ook al staan je ogen en nek stil, toch kun je daardoor het gevoel krijgen dat je beweegt. Het is vaak lastig om te beschrijven wat iemand precies voelt. Licht in het hoofd, je wankel op je benen voelen: het kan BPPD zijn.”
Epley-beweging
De behandeling van BPPD richt zich op het weer naar het midden brengen van de kristallen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Epley-beweging of -manoeuvre. “Daarmee rol je de cellen als het ware weer terug op de otolietorganen. Soms zijn de klachten met een behandeling over. Bij complexere klachten zijn meerdere behandelingen meestal afdoende. En gaan er later opnieuw kristallen aan de wandel, dan weten mensen sneller wat het is en hoe het te behandelen is. Het kan ook zijn dat de kristallen in meerdere kanalen terecht zijn gekomen of dat ze tussen verschillende kanalen bewegen. Dan is een andere behandeling nodig dan Epley. De ontwikkelingen gaan snel. Er zijn nieuwe technieken in ontwikkeling waarmee je elk kanaal kunt behandelen.”
Klachten na de behandeling
Hoe kan het, zoals bij Enny Korstjens, dat je na een behandeling soms tijdelijk meer klachten ervaart? Bart: “Het evenwichtssysteem is een gevoelig systeem. Als je daar iets in verandert, dan kan dat even wennen zijn. Vergelijk het maar met een verstopte afvoer die ineens weer doorstroomt. Door het snellere stromen, ben je tijdelijk wat gevoeliger voor bewegingen.”
Niet klagen, maar doorgaan
BPPD kan bij alle leeftijden voorkomen. Bart ziet wel dat bij oudere mensen er soms wat atypische klachten optreden, waardoor het lastiger is om de juiste diagnose te stellen. “Dat heeft mede te maken met natuurlijke slijtage aan het evenwichtsorgaan, waardoor het moeilijker is om het gevoel goed uit te leggen. Daarbij komt dat oudere mensen vaak medicatie gebruiken, bijvoorbeeld tegen hoge bloeddruk. Ook dat kan duizeligheid veroorzaken. Bovendien zijn zij vaak van de generatie: ‘niet klagen, maar doorgaan’. Daardoor blijven ze langer doorlopen met klachten voordat ze naar de dokter gaan. Ze leren er mee leven. Maar de klacht gaat niet weg.”
Vallen is niet normaal
En dan zijn er nog mensen die geen duizeligheid ervaren, maar wel BPPD hebben. “Ze voelen zich bijvoorbeeld alleen wat wankel en zijn bang om te vallen. Zodra ik hoor dat iemand bang is om te vallen, gaat bij mij meteen een belletje rinkelen. Want vallen is niet normaal. We accepteren het makkelijk, maar we moeten het niet normaliseren. Mensen met BPPD hebben vier keer meer kans om te vallen. En wie de neiging heeft om te vallen, heeft ook meer kans om BPPD te hebben.” Bart pleit er daarom voor om de behandeling standaard toe te passen bij evenwichtsklachten of vallen. “In de cursussen en lessen die ik geef, probeer ik daar ook vakgenoten in mee te nemen. Bij huisartsen komt er ook meer aandacht voor vallen. Een initiatief als de Balance Awareness Week draagt daar zeker aan bij.”
BPPD en Ménière
Een ander punt van aandacht: bij mensen die bijvoorbeeld al de ziekte van Ménière hebben of last hebben van vestibulaire migraine of andere evenwichtsaandoeningen, kan BPPD zich ook ontwikkelen. “Het is belangrijk om alert te blijven, bijvoorbeeld op kleine aanvallen in bed. Een Ménière-aanval doet zich spontaan voor, is niet afhankelijk van bewegingen of houding. BPPD is dat wel. Let vooral op als je merkt bij jezelf of bij anderen dat je voorzichtiger wordt met gaan zitten of liggen. Of als je bepaalde houdingen vermijdt of dingen anders gaat doen om bewegingen te vermijden. Helemaal plat liggen is met BPPD ook niet fijn. Daar heb ik het wel eens over gehad met tandartsen: als patiënten zeggen dat ze het niet prettig vinden als de stoel helemaal naar achteren gaat, dan kan dat een signaal zijn van BPPD. Doorvragen kan iemand dan net het steuntje geven om in actie te komen.”
Vind een specialist
Niet alleen voor professionals is dit belangrijke kennis, maar ook voor kinderen van ouders die ‘valgevoelig’ zijn. “Dan kun je er als familie of omgeving ook meer alert op zijn en gericht helpen door bijvoorbeeld een huisarts of gespecialiseerde fysiotherapeut in te schakelen. Het evenwichtssysteem is complex en vraagt kennis en ervaring voor de juiste diagnose en behandeling. Op
KNO patiënteninformatie vind je een overzicht van gespecialiseerde artsen en fysiotherapeuten.