Communicatie en slechthorendheid

Algemene tips over communicatie en slechthorendheid

  • Zeg het gewoon als u iets niet goed heeft verstaan. Net doen of u het wel begrepen heeft, leidt meestal alleen maar tot meer misverstanden.
  • Wees duidelijk, laat uw directe omgeving weten dat u niet goed hoort.
  • Vraag mensen duidelijk in uw richting te praten.
  • Ga bij vergaderingen op de hoek van de tafel zitten, zodat je iedereen kan aankijken tijdens een gesprek. Dit vergemakkelijkt het liplezen en zo kan het geluid je goed oor bereiken.
  • Vermijd groepsgesprekken met meer dan 3 a 4 personen
  • Laat mensen duidelijk weten als je iets niet verstaan hebt, en vraag om herhaling!
  • Stop met invullen van zinnen als je iets niet goed hebt verstaan, dit veroorzaakt miscommunicatie, en is zeer vermoeiend voor jezelf.
  • Zorg voor een rustige omgeving. Schakel achtergrondgeluiden zo mogelijk uit. Neem uw gesprekspartner mee naar een rustige(r) plek.
  • Houd oogcontact; dit vergemakkelijkt het verstaan. Ook spraakafzien (liplezen) verbetert de communicatie. Kijk in onze HOORagenda voor de cursusmogelijkheden voor spraakafzien.
  • Geef bij een gesprek aan hoe u uw gesprekspartner het beste kan volgen.
  • Als er geen hoorhulpmiddelen voor communicatie aanwezig zijn, zorg dan zelf voor soloapparatuur of een mobiele ringleiding. Meer informatie via Oorakel.
  • Teleplus, telefoon 0900 – 8410, is de bemiddelingsdienst voor contact tussen telefoon en teksttelefoon.

Tips voor betrokkenen voor een goede communicatie met slechthorenden

  • Praat niet te hard, articuleer liever duidelijk de woorden die u zegt.
  • Vermijd bijzinnen of omwegen.
  • Spreek langzaam en spreek vooral de medeklinkers goed uit.
  • Houd oogcontact: spreek met uw gezicht naar de ander, zo kan de ander zien wat u zegt via uw gezichtsexpressie en mondbeeld en spraakafzien (liplezen)
  • Houd er rekening mee dat een slechthorende vaak eerst moet kijken/luisteren naar wat u zegt en dan pas de inhoud tot zich kan laten doordringen. Dit kan soms tot vertraagde reactie leiden.
  • Gebruik mimiek en natuurlijke gebaren. Overdrijf niet.
  • Spreek op korte afstand met de slechthorende. Hoe korter de afstand, hoe minder geluiden de ontvangst verstoren.
  • Houd niets voor uw mond en zorg voor voldoende licht, zodat uw mond goed zichtbaar is. Ga niet met uw rug naar het licht toe staan.
  • Praat om de beurt en ga niet tussendoor met iemand anders praten.
  • Vermijd achtergrondgeluid: zet de televisie, radio of achtergrondmuziek uit en zoek een rustige plek om te praten.
  • Word niet boos, verlegen of ongeduldig als een slechthorende u niet meteen begrijpt. Herhaal eventueel wat u heeft gezegd, zo nodig in andere bewoordingen.
  • Vraag af en toe aan uw slechthorende gesprekspartner of hij of zij alles goed heeft verstaan. Zo toont u begrip en maakt u het de ander makkelijker om eventuele luister-/begripsproblemen naar voren te brengen.
  • Schrijf zaken als namen, adressen, telefoonnummers en data van afspraken op. Dit voorkomt onnodige misverstanden.
  • Geef uw slechthorende gesprekspartner de ruimte om zich even rustig terug te trekken als dit wenselijk is.

Tips voor leerkrachten


  • Zet een slechthorende leerling aan een tafeltje vlak bij het raam, zodat de leerling overzicht heeft over de klas en niet tegen het licht in hoeft te kijken.
  • Probeer zoveel mogelijk te vermijden dat je met de rug naar de klas staat als je lesgeeft.
  • Zet het onderwerp van de les op papier en geeft het aan de slechthorende. Probeer tijdens de les belangrijke trefwoorden en moeilijke woorden op bord te schrijven.
  • Zorg voor ondertiteling wanneer je een video toont in de klas
  • Probeer de slechthorende zoveel mogelijk te betrekken in de les. Sla hem of haar bijvoorbeeld niet over tijdens een leesoefening.
  • Vermijd teveel heen en weer lopen.
  • Check regelmatig of de slechthorende het verstaan heeft door de leerling zelf een samenvatting te laten geven. De leerling laten aangeven wanneer hij/zij informatie heeft gemist is moeilijk, omdat de leerling vaak niet weet dat en wat hij/zij gemist heeft.
  • Wanneer je ziet dat de slechthorende leerling een grap of essentiële informatie heeft gemist, herhaal deze informatie nog een keer voor de hele klas.
  • Geef de slechthorende leerling onopvallend, maar wel vaker dan andere leerlingen bevestiging van goed gedrag. Slechthorende leerlingen zijn immers vaker onzeker omdat zij weten dat zij informatie soms missen of verkeerd begrijpen.
  • Plaats de slechthorende leerling zo min mogelijk in een uitzonderingspositie. Er zijn veel meer kinderen in de klas die iets bijzonders hebben.
  • Wees extra alert op pestgedrag richting de slechthorende leerling. Leg de klasgenoten eventueel uit waarom een slechthorend kind zo dichtbij komt staan, waarom hij/zij uit de rij stapt om te kunnen spraakafzien of waarom hij/zij soms verkeerd of wantrouwig reageert.
  • Vergeet niet om informatie die aan de klas gegeven is op het moment dat de slechthorende leerling bij de remedial teacher zit, nog even apart door te geven.
  • Gebruikt de leerling soloapparatuur, vergeet deze dan niet uit te zetten als u even een onderonsje heeft met een andere leerling of leerkracht of als u naar het toilet gaat.

Geef zelf een tip