Uit welke hoortoestellen kan ik kiezen?

De goedkoopste modellen zijn geschikt voor niet-rumoerige situaties. Deze toestellen zijn er in uitvoeringen waarbij microfoon en luidspreker in één apparaat achter het oor zitten. Via een slangetje wordt het geluid naar een oorstukje in het oor gebracht. Maar ook in deze prijsklasse zijn de zogenaamde in-het-oor-toestellen verkrijgbaar.

Geavanceerdere – en duurdere – modellen kunnen nog beter worden ingesteld; ook in speciale situaties, zoals een rumoerige omgeving of mobiel bellen. 

Bij de nieuwste hoortoestellen voor achter het oor zit een miniluidsprekertje in het oor. Dat is via een heel dun slangetje verbonden met een toestel van slechts twee centimeter doorsnee. Met dit systeem klinkt het geluid helderder en natuurlijker.

De allerkleinste modellen (één centimeter) zijn de CIC-toestellen. CIC staat voor 'completely in channel', dat wil zeggen: helemaal in het oorkanaal. Er is dus niets achter het oor te zien. In plaats van een opening in het oor zie je een roze ‘dekseltje’. Dit systeem is bestemd voor mensen met niet zo’n zwaar gehoorverlies. Nadelen: alle elektronica zit in het oor en is daardoor kwetsbaarder dan achter het oor. Ook is het batterijtje kleiner en daardoor eerder uitgeput dan bij andere toestellen. Sommige mensen hebben een te nauw oorkanaal om een CIC-toestel te kunnen dragen.

Dan is er nog de combinatie hoortoestel en bril, gelanceerd door het merk Varibel. Hierbij zijn extra microfoontjes in de brilpoten verwerkt, waardoor geluiden beter worden opgevangen en weergegeven. Vooral mensen met zwaar gehoorverlies kunnen hiervan profijt hebben.

Categorie
Hoorhulpmiddelen en dus ook hoortoestellen worden vanaf 2013 verstrekt op basis van 'functiegerichte aanspraak'. Dat wil zeggen dat u die hoorhulpmiddelen moet krijgen waarmee u goed kunt functioneren. Complex waar dat nodig is en simpel waar dat mogelijk is. U wordt volgens een protocol ingedeeld in één van de 5 patiëntcategorieën: categorie 1 is relatief eenvoudig, categorie 5 is het meest complex.

Valt u bijvoorbeeld in categorie 2, dan kiest u samen met uw audicien een hooroplossing uit bijbehorende toestelcategorie 2. U moet uit minimaal 2 of 3 merken per categorie kunnen kiezen. Wilt u een toestel uit een hogere categorie, dan komt u niet meer voor vergoeding in aanmerking. Wilt u een toestel uit een lagere categorie aanschaffen om zo een lagere 25% eigen bijdrage te krijgen, dan heeft dit niet de voorkeur van de verzekeraars en evenmin van de audiciens en zal dit moeten worden vastgelegd in uw zorgdossier. Wilt u accessoires aanschaffen zoals een afstandsbediening, dan kunt u hiervoor bijbetalen (soms worden deze ook vergoed vanuit de aanvullende verzekering).