Hoeveel procent van de bevolking heeft tinnitus?
10-20% procent van de bevolking heeft last van tinnitus
Onderstaand een, nog zeker niet volledig, maar wel veelzeggend overzicht van informatiebronnen over de prevalentie van tinnitus. De conclusie is dat ondanks het groot aantal wetenschappelijke publicaties en ervaringscijfers van zorgverleners de percentages die genoemd worden met een factor 1,5 à 2 variëren, waarbij 10 à 20% het meest genoemd worden. Allen die nauwkeuriger cijfers willen hebben moeten we teleurstellen, want die zijn er niet. Zelfs Iris Maes, gepromoveerd op onderzoek naar de maatschappelijke kosten van tinnitus, krijgt de cijfers niet nauwkeuriger dan deze 10 à 20%.
Cijfers Zorginstituut Nederland
Een goede, betrouwbare en recente bron is het rapport van het Zorginstituut Nederland over de beoordeling van de Trapsgewijze tinnitus specifieke behandeling van tinnitus (zie hieronder). Hierin is ook verwezen naar de tinnitusrichtlijn van de KNO-vereniging waarbij de 2 miljoen die de KNO-richtlijn noemt, overeenkomt met ongeveer 11,5%. Maar interessant is dat hier ook concrete aantallen patiënten zijn genoemd die het zorgcircuit in gaan.
Brief en rapport van het Zorginstituut NederlandDatum: 21 december 2017
Betreft: Standpunt Trapsgewijze tinnitus specifieke behandeling bij chronische tinnitus
Ook in andere publicaties vind je de range van 10 tot 19 of 20 procent terug. Zoals gezegd, nauwkeuriger kun je het niet krijgen en het is maar net de vraag wie je als betrouwbare bron kiest.
Prevalentie
Tinnitus komt frequent voor, tussen 10 en 15% van de algemene bevolking heeft wel eens tinnitus. Hiervan heeft 10% last van tinnitus, 5% ervaart het als hinderlijk en bij minder dan 1% (enkele tienduizenden personen) is de ervaren last dusdanig groot dat zij psychosociale problemen c.q. een slechte kwaliteit van leven hebben. 4,5
Referenties: 4 Voorlichtingspagina KNO-vereniging over Oorsuizen, geraadpleegd jan 2017.
Bron5 Kreuzer P, Vieslmeier Vet al Chronic tinnitus: an Interdisciplinary challenge. Dtsch Arztebl Int 2013: 110;278-84
De prevalentie is het hoogst in de leeftijdsgroep tussen de 60 en 70.6 Volgens de Richtlijn Tinnitus (2016) gaan van deze, ongeveer twee miljoen, mensen in Nederland met tinnitus ongeveer 340.000 het zorgtraject in, beginnend bij de huisarts; een deel van de patiënten wordt verwezen naar de KNO-arts. 7
Referentie:
7 Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied, 2016: Richtlijn tinnitus (geraadpleegd via
Richtlijnen database tinnitus), cijfers o.a. gebaseerd op gegevens van NIPO, 2002.
Verwijzing naar wetenschappelijke publicaties door Hans Joustra vz richtlijncommissieIn het artikel van Meas e.a. wordt uitgegaan van een prevalentie van 10-20% (Davis & El Refaie 2000; Andersson 2002).Een artikel van de Ridder e.a.van jan 2014 gebruikt de zelfde getallen. Artikel Shargorodsky e.a. Am J Med 2010 splitst het uit naar leeftijd en komt op 14.3% als top bij ouderen. In Nederlandse publicaties en voordrachten wordt vaak de 1.000.000 en 25.000 gebruikt.
Opmerking.: De laatste zin met 1 miljoen getroffenen is niet consistent met het voorgaande. Tinnitus: a cost-study, Iris Maes et. al., 2013“…. the base-case analysis was based on the assumption that our sample is representative of a total prevalence of 10%, with 4% having severe complaints and 6 % having moderate to mild complaints.”
Artikel ‘Tinnitus’ in Huisarts & Wetenschap, Hoekstra et.al., oktober 2015Epidemiologische onderzoeken beschrijven een prevalentie van 7 tot 19% onder volwassenen." Deze spreiding is onder andere bepaald door verschillen tussen de onderzochte populaties en de gehanteerde definitie (in het bijzonder in de duur van de tinnitus). Tinnitus die af en toe voorkomt zien we zelfs bij 35% van de populatie.4 De prevalentie van tinnitus stijgt met de leeftijd en bereikt een plateau bij 60 tot 80 jaar.3,5,7-9
Ref: 4. Coles RR. Epidemiology of tinnitus: (1) prevalence. J Laryngol Otol Suppl 1984;9:7-15.
7. Coles RR. Epidemiology of tinnitus: (2) Demographic and clinical features. J Laryngol Otol suppl 1984;9:195-202.
8. Heller AJ. Classification and epidemiology of tinnitus. Otolaryngol Clin North Am 2003;36:239-48.
9. Henry JA, Dennis KC, Schechter MA. General review of tinnitus: preva-lence, mechanisms, effects and management. J Speech Lang Hear Res 2005;48:1204-35.
A multidisciplinary European guideline for tinnitus: diagnostics, assessment, and treatmentR. F. F. Cima et.al. 7 maart 2019
Studies of tinnitus prevalence are not free of methodological problems; they use different definitions of tinnitus, or address selected age or professional groups. Most studies report conservative tinnitus
prevalence rates to be between 10 and 19% of adults [6, 23]
Jongeren en tinnitus
Tinnitus lijkt een groeiend probleem onder de Nederlandse bevolking en kan met name bij jongeren een sterke invloed op de psychische gezondheid hebben. Zo’n 10% van de Nederlandse bevolking zegt hier wel eens last van te hebben, waarvan weer een tiende echt hinder ondervindt. Oorzaken zijn vaak moeilijk te achterhalen, maar overmatige blootstelling aan (te veel) lawaai lijkt een belangrijke trigger. Vaak gaat tinnitus gepaard met slechthorendheid. In sommige gevallen helpt een hoortoestel, maar vaak is behandeling – anders dan psychosociale hulp – lastig. Tinnitus is wegens zijn prevalentie, grote persoonlijke impact en beperkte behandelmogelijkheden een actief onderzoeksgebied.
Samenvatting rapport Hoorstichting 2015; Middelbare scholieren – tinnitus
Gehoorschade door muziek is een toenemend risico voor de volksgezondheid, met name onder kinderen en jongeren. De voornaamste oorzaak van gehoorschade bij jongeren is het luisteren naar muziek op een persoonlijke muziekspeler, en het bezoeken van feesten en festivals met harde muziek. Het doel van het huidige onderzoek is in kaart te brengen in hoeverre (tijdelijke) tinnitus voorkomt bij Nederlandse middelbare scholieren en wat hun risicogedrag is wat betreft uitgaan en luisteren naar een muziekspeler.
De Hoorstichting zegt ook op z’n website dat 20% van de jongeren tinnitus heeft. Zie:
Hoorstichting. Daarbij wordt ook verwezen naar een rapport (uit 2013) waarin dit onderbouwd wordt. Voor degenen die wetenschappelijke bronnen willen zien.