Medicijnen

De kans is groot dat je één van onderstaande medicijnen krijgt voorgeschreven na de diagnose van Ménière. De medicijnen worden ingezet om symptomen als duizeligheid en misselijkheid te bestrijden. Een medicijn dat de ziekte echt verhelpt, bestaat niet. Of medicijnen op lange termijn een positieve uitwerking hebben is moeilijk te bepalen: de ziekte van Ménière neemt over het algemeen vanzelf in ernst af. Als je langere tijd dezelfde medicijnen gebruikt, is het verstandig om met jearts te overleggen of je ze kan afbouwen.

Betahistine

Dit medicijn wordt vaak voorgeschreven na het vaststellen van de diagnose Ménière. Doel is de frequentie en ernst van de Ménière-aanvallen te verminderen. Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat Betahistine inderdaad helpt, maar veel mensen met Ménière gebruiken dit middel, omdat dit geneesmiddel speciaal voor Ménière-klachten op de markt is gebracht.

Cinnarizine

Naast Betahistine wordt Cinnarizine het vaakst voor geschreven bij Ménière. Cinnarizine blokkeert de prikkeling van het braakcentrum in de hersenen en vermindert daardoor vooral de misselijkheid maar ook de duizeligheid, bijvoorbeeld tijdens een Ménière-aanval. Cinnarizine werkt binnen een half uur en is tussen de 4-6 uur werkzaam. Als je nog moet rijden, is het niet wijs om dit met Cinnarizine in je lichaam te doen vanwege het effect van sufheid. Cinnarizine valt onder de groep van de antihistaminica. Het middel is onder verschillende merknamen zonder recept te verkrijgen.

Diuretica (plastabeletten)

Plastabletten zorgen er samen met een zoutarm dieet voor zorgen dat de hoeveelheid vocht in het lichaam vermindert. De bedoeling van het gebruik van diuretica bij Ménière is dat daardoor de verhoogde druk van de endolymfatische hydrops afneemt.