Microfoon

Elk hoortoestel heeft een omni- of ‘rondomgevoelig’ microfoonsysteem. Dit zorgt ervoor dat u alle geluiden uit alle richtingen even duidelijk hoort. Het omni-systeem is vooral handig in situaties met weinig stoorbronnen en een beperkt aantal gesprekspartners.
Steeds meer hoortoestellen beschikken over een directioneel (richtinggevoelig) microfoonsysteem. Dit geeft geluiden in de richting waarin u kijkt – uw gesprekspartner – duidelijk weer, terwijl het stoorbronnen naast u en achter onderdrukt. Hierdoor kunt u beter verstaan bij rumoer.

Een CI-microfoon vangt de geluiden op en maakt soms deel uit van deze zendspoel, of wordt achter de oorschelp gedragen, afhankelijk van de fabrikant. De microfoon en de zendspoel staan met een dun kabeltje in verbinding met de spraakprocessor, een kleine computer die het geluidssignaal omzet in een elektronische en gedigitaliseerde code.